Het Moskovisch Servies 2.8


Lieve Anne,

Het is gelukt! Mijn tijdmachine is volmaakt! Meteen na onze reis naar Transsyldavië ben ik aan de slag gegaan en heb mijn tijdmachine uitgebreid met een rekengedeelte. Je weet dat ik beelden kan opnemen. Daarmee werd alleen het verleden zichtbaar, maar nu kan ik ze ook laten doorgaan naar het heden en zelfs naar de toekomst!
Hiervoor heb ik een rekenmachine moeten bouwen die de veranderingen in de opgenomen beelden verder kan berekenen. Zo kunnen we eindelijk naar de toekomst te reizen! Als jullie snel komen dan gaan we met z'n drieën op concentratiereis. Ik hoop dat jullie er zin in hebben.

Je Govert Gosseling



Waarde Govert,

We zijn net terug van een lange reis naar Moskou en zijn nog niet helemaal in de stemming om meteen weer op pad te gaan, maar we komen zeker snel om je nieuwe vinding te bekijken.

Anne en Lisabeth


"Een rekenmachine?" mijmerde Lisabeth, "dat komt goed uit! Ik moet mijn hele Kasteel opnieuw ontwerpen en daarbij kan ik wel een machine gebruiken die mij het rekenwerk uit handen neemt".
"Ik weet daar ook wel wat mee te doen", zei Anne-Christine. "Anne-Lise heeft me verklapt dat er in die brieven heel wat boodschappen te ontdekken zijn, als je maar van puzzelen houdt".
"En daar houd je van?" vroeg Lisabeth.
"Ik ben er dol op en ik doe het eigenlijk veel te weinig!" verklaarde Anne uit de grond van haar hart.

Twee weken later gingen Anne-Christine en Lisabeth op pad. Anne had een stukje van de Moskovische Kroonluchter bij zich gestoken om aan Gosseling te geven, zodat hij zijn reis naar het Moskou van Anne-Lise kon maken. Ze had zich voorgenomen om dit pas bij het vertek aan hem te geven. Op deze manier probeerde ze zich tegen zichzelf te beschermen. De verleiding was nogal groot om hem zonder zijn medeweten na te reizen en Anne-Lise te helpen bij het opzetten van de val voor hem, maar ze voelde wel dat dat niet nodig was. Anne-Lise wist wat haar te doen stond en haar bemoeienissen zouden de zaak alleen maar onnodig compliceren.

Govert Gosseling ontving ze hartelijk in zijn kleine huisje, dat nu voller leek dan ooit.
"Neem het mij niet kwalijk", sprak hij verstrooid, "maar zo'n rekenmachine neemt nogal veel plaats in".
"Hij maakt vast ook veel lawaai!" vermoedde Lisabeth die het instrument aan alle kanten uitvoerig bekeek.
"Zeker", zei Gosseling. "Al die stangetjes moet ik goed olieën want anders lopen de rillingen over je rug van het geknars en het gepiep. Maar ook al loopt hij gesmeerd, dan nog maakt hij veel geluid".
"Wat kan hij allemaal?" vroeg Anne nieuwsgierig.
"Oh, zoveel!" antwoordde Gosseling spontaan. "Ik heb hem nodig om bewegingen te kunnen voorspellen. De baan van een bal bijvoorbeeld. Als ik de beelden heb vanaf het moment dat hij wordt geworpen, dan kan ik de rest van zijn baan en daarmee de toekomst van de bal voorspellen. Dat is me tenminste al gelukt!"
Hij was er niet weinig trots op.
"Dan moet hij kunnen vermenigvuldigen en delen", zei Lisabeth.
"Dat kan hij ook en wel drie delingen per 10 seconden! De tussenresultaten kan hij hier opslaan en weergeven op deze draaibare cijferklossen".
Gosseling wees de diverse onderdelen aan en de meisjes waren sprakeloos van verbazing.
"Ah, hij kan ook onthouden?" begreep Anne. "Dat komt goed uit want ik heb namelijk het plan opgevat om mijn brieven aan een nader onderzoek te onderwerpen".
"Oh, maar dat is geen probleem hoor!" zei Gosseling. "Je kunt met deze machine heel wat kanten uit. Hij kan in principe alles begrijpen en als je veel tegelijk wilt invoeren dan kan je het beste je gegevens eerst aan het papier toevertrouwen".

"Kan hij dan ook al lezen?" vroeg Lisabeth verbaasd.
"Wel als je van deze mogelijkheid gebruik maakt", zei hij lachend en hij vouwde een omvangrijk boek uit dat bestond uit opgevouwen dik papier met gaatjes erin.
"Elk gaatje staat voor een getal!" verklaarde hij, "maar je kunt ook voor de 1 een A nemen en voor de 2 een B, en dan kan hij ook met letters werken!"
"Dan ga ik morgen al beginnen om de brieven van Anne-Lise in zo'n boek te zetten", zei Anne-Christine heel beslist.
"En ik wil mijn Kasteel ermee berekenen!" riep Lisabeth.
"Ja, ja, hij is aan jullie goed besteed, maar ik heb hem eigenlijk gebouwd om er de toekomst mee te kunnen voorspellen!" riep Gosseling. Hij sloeg zijn armen om de beide meisjes heen en drukte ze lachend tegen zich aan alsof hij ze nooit meer los wilde laten.

"Zullen we een schema opzetten wie er op welke uren van de machine gebruik mag maken?" vroeg Govert. "Dan hoeven we elkaar niet voor de voeten te lopen".
"Prima idee", vond Lisabeth, "want ik heb ook veel tekenwerk en dat kan ik wel doen als jullie zitten te rekenen".
"Ik maak een lijstje", zei Anne en liep naar het bureau voor een pen en papier. Niet lang erna was ieder uurtje van de komende week ingedeeld.

De komende dagen werd er gedisciplineerd gewerkt. Anne-Christine gebruikte elke minuut van de aan haar toegewezen tijd om de stapel brieven van haar voorouders één voor één in het gaatjespatroon om te zetten. Lisabeth berekende hoe ze haar Kristallen Kasteel in transportabele stukken kon opdelen en Gosseling probeerde om de toekomst te voorspellen uit een reeks beeldopnamen. Dit laatste lukte niet goed en hij kwam meer dan eens zijn nood klagen bij Lisabeth, die echter weinig tijd voor hem had.
Het was wel duidelijk waar de problemen lagen.
"Een bal legt een voorspelbare paraboolbaan af, maar er zijn ook gebeurtenissen die zich minder voorspelbaar voltrekken en daar kom ik niet uit!" wanhoopte de geleerde.
"Probeer het eens met andere lijnen dan een parabool", stelde Lisabeth hem voor en de volgende dagen probeerde Gosseling alle krommen die hij kon verzinnen, maar geen van alle hadden zij het beoogde resultaat.

Anne had inmiddels alle brieven in gaatjes vertaald en toen het haar beurt was om de machine te bedienen, waren Lisabeth en Gosseling minstens even benieuwd naar het resultaat als Anne-Christine dat was.
"Ik ga eerst alle even letters bekijken", was Anne's plan, "misschien dat er zo een geheime boodschap uit de brieven naar voren komt".
Ze zette de het rekentuig in werking en las de cijferklossen af, die voor deze gelegenheid van letters waren voorzien om het lezen te vereenvoudigen. Willekeurige letterreeksen schoten voorbij en toen de machine het hele boek had gelezen, waren ze hoegenaamd niets wijzer geworden.
"Dan maar alle oneven letters!" zei Anne en weer zette ze het toestel in bedrijf. Ook nu weer met een zeer onbevedigend resultaat.
"De puzzeltjes van Anne-Lise zullen wel wat ingewikkelder zijn dan dat!" vermoedde Gosseling.
"Ik blijf het gewoon proberen", zei Anne-Christine vastberaden en regelde het apparaat zo af dat hij iedere derde letter zou opzoeken en weergeven.

"Ik geloof niet dat we erg veel verder komen", stelde Gosseling na een aantal dagen vruchteloze arbeid vast.
"Toch werkt het apparaat wel plezierig, afgezien van het lawaai", zei Anne-Christine. "Maar ook ik ben nog geen steek verder".
"Ik wel!" zei Lisabeth, "het toestel is heel geschikt om de buigende momenten van ingeklemde liggers met een dubbel steunpunt te berekenen en dat is precies wat ik nodig heb".
"Wat is dat precies?" wilde Gosseling weten.
"Wat? Een buigend moment of een ingeklemde ligger met twee steunpunten?" vroeg Lisabeth.
"Een buigend moment", zei Gosseling. "Misschien dat dat mij helpt met mijn zoekwerk".
"Dat zou eigenlijk best wel eens kunnen", dacht Lisabeth verrast. "Weet je, als je de toekomst wilt voorspellen, dan is het direkte verleden van meer belang dan het verdere verleden, vind je niet?"
"Ja, dat lijkt me wel logisch", vond ook Gosseling, "en dat is een buigend moment?"
"Nee", zei Lisabeth, "maar daar heb je ook zoiets. Niet alleen de kracht op een glazen plaat is van belang, maar ook de afstand ten opzichte van het punt van de inklemming, zeg maar het nulpunt. De waarde van de kracht neemt toe naarmate je verder van het nulpunt afkomt en zoiets heb jij met je voorspellingen ook nodig!"
"Misschien ik ook wel!" zei Anne-Christine. "Ik heb nu gezocht naar iedere tweede letter, naar iedere derde letter en zelfs naar iedere drie-en-dertigste, maar zo kom ik er niet uit. Ik denk dat ik de stapgrootte moet laten toenemen met de afstand ten opzichte van de allereerste letter".
"Wie weet!" zei Lisabeth.

Twee dagen later was iedereen meer dan tevreden. Gosseling was dankzij de theorie van het buigende moment in staat om veel, zo niet alle bewegingen te kunnen voorspellen. Hij had al een beeldreeks van de voorbijtrekkende postkoets in zijn machine gevoerd en het toestel had de laatste beelden uit de voorafgaande kunnen berekenen.
Anne-Christine had al even goed in de roos geschoten. Zij was met Lisabeth een vreugdedansje gaan maken toen duidelijk werd dat er uit al die brieven een boodschap kwam rollen met behulp van de zelfde theorie.
"Het is eigenlijk meer een filosofie dan een natuurkundige theorie", bedacht Gosseling toen hij in stilte nog eens naging waardoor het nu wel werkte.

"Wat zeggen die brieven nu precies?" wilde Lisabeth weten.
"Weet ik veel", lachte Anne, "ik zag wat bekende woorden voorbijkomen dus ik ben al lang blij!" en weer nam ze Lisabeth bij de arm om nog even een paar rondjes te draaien in de kleine kamer.

"Hè hè!" pufte ze daarna en ze liet zich in een stoel vallen.
"Dit gaan we vieren!" vond Gosseling. "We zijn weer een heel stuk verder, is het niet?"
Hij schakelde het toestel uit en een ongekende rust kwam in het huisje terug. Nu pas realiseerden ze zich dat de rekenmachine al een aantal dagen zonder ophouden had staan draaien en de drie vrienden keken elkaar onwennig aan totdat Anne in lachen uitbarstte. Niet lang erna liepen ze alle drie zingend hun rondjes rond het grote mechanisme dat nu roerloos in de kamer stond.

"Anne", zei Lisabeth 's avonds in bed, "slaap je?"
"Nu niet meer", zei Anne-Christine. "Zeg maar weer eens wat je op je lever hebt".
"Anne, ik zat te denken. Wij waren van plan om het Kristal van de kroonluchter pas bij ons vertrek aan Gosseling te geven, maar als we dat nu wat eerder doen, dan kunnen we de zaken misschien handig combineren".
"Welke zaken bedoel je?" vroeg Anne, die rechtop was gaan zitten, nieuwsgierig als ze was geworden.
"Nou, met een prisma kan je de in het Kristal opgeslagen beelden eruit halen. Gosseling kan ze met zijn opname-apparaat op de glasplaatjes zetten, zijn rekenmachine zet de beeldreeks door en met zijn projector draaien we de beelden af en zo weten we wat er met het Kristal zal gaan gebeuren en met alle dingen die in het zicht zijn van dat stukje van de kroonluchter!"
"Je hebt gelijk!" zei Anne na enig denkwerk. "Morgen stellen we het voor aan Gosseling", besloot ze.

Gosseling was razend enthousiast.
"Dat ik daar niet aan heb gedacht!" riep hij keer op keer uit. "Ik breng meteen mijn opnameapparaat in stelling!"
In een mum van tijd kon Gosseling daarna zeggen:
"Liggen het Kristal en het prisma klaar? Doe dan het gordijn maar open".
Toen dit laatste was gebeurd, zaten ze meteen gevangen in een kleurige wereld, die voortdurend veranderde. Ze konden elkaar nauwelijks meer zien, maar het bekende klaterende geluid van de glazen plaatjes gaf aan dat Govert Gosseling zijn opnameapparaat in werking had gesteld.
Zodra het weer stil werd, haalde Lisabeth het prisma uit het zonlicht en daarmee verdwenen de Kristallen beelden.
"Ik hoop dat het er op staat, want scherpstellen was wel een probleem. Het lijkt wel of je er helemaal inzit, vind je niet?"
"Nou", zei Anne die voelde hoe ze van de opwinding moest blozen.
"Gaan jullie nog iets bijzonders doen als ik mij nu terugtrek?" vroeg Gosseling.
"Dat hangt er vanaf", zei Lisabeth. "Als je de rekenmachine niet meteen nodig hebt, dan wil ik eigenlijk nog eens goed bekijken wat de boodschap uit de brieven van Anne-Lise nu precies voorstelt".
"Dat is een goed idee", vond Gosseling. "De eerste uren heb ik hem toch nog niet nodig".
"Zullen we gaan kijken wat er uit naar voren komt?" vroeg Lisabeth aan Anne-Christine, die meteen opsprong om haar gaatjesboeken in het apparaat te voeren.
"Hoe zat het ook al weer?" vroeg ze zich af. Maar het was niet moeilijk. De instelling van de vorige dag was niet veranderd en na het inschakelen begonnen de cijferklossen te draaien.

"Kijk uit voor Mary O'Lein, Kijk uit voor Mary O'Lein", las Anne hardop. Deze waarschuwing werd vele malen herhaald en toen het laatste gaatje gelezen was, was er aan de boodschap niets nieuws toegevoegd.
Ze was krijtwit toen ze de machine uitzette.
"Wat scheelt eraan?" vroeg Lisabeth, die schrok van de kleur van Anne's gezicht.
"Dit ontbrak er nog maar aan!" zei Anne.
"Wie is Mary O'Lein dan? Ken je haar?" vroeg Lisabeth ongerust.
"Nee, maar ik ken Tamarlan of Timoer Leng uit 'De Keten van Bergkristallen'", zei Anne-Christine. "Hij was de meest bloeddorstige Mongool die er ooit heeft geleefd en dat wil wat zeggen. Attilla was een doetje bij hem vergeleken".
"Denk je dat die twee iets met elkaar te maken hebben?"
"Wist ik het maar!" zei Anne. "Ik had er verstandiger aan gedaan om dat Servies niet meer op te halen, denk ik iedere keer maar weer".
"Ach wat, zo blijft het spannend", vond Lisabeth. "Trouwens, Mary O'Lein klinkt eerder alsof het een vrouw van Ierse afkomst betreft en het lijkt alleen in de verte een beetje op die namen die jij net noemde. Wie weet valt het allemaal wel mee!"
"Niks daarvan", wist Anne. "Ik ben blij dat ik dat boekje gelezen heb, want nu weet ik waar ik me op moet voorbereiden. Niet voor niets waarschuwen die brieven allemaal voor haar komst!"
"Misschien zien we wel in het Kristal hoe ze eruit ziet", bedacht Lisabeth, "dan kunnen we haar een stapje voor zijn".
"Je hebt er meer zin in dan ik", vond Anne.

"De plaatjes zijn klaar, zet de rekenmachine maar aan", riep Gosseling vanuit zijn donkere kamer. Lisabeth startte het gevaarte en niet lang erna verscheen de geleerde met het druipnatte glaswerk in zijn hand. Hij voorspelde dat het een tijdrovend werk zou zijn om de plaatjes één voor één aan het rekenapparaat bekend te maken. Hiervoor had Gosseling het toestel met een schrijfstift uitgevoerd, waarmee hij de contouren van de afbeeldingen kon volgen.
"Ah, zo leert hij de plaatjes kennen!" zei Lisabeth verrast.
"Als je het leuk vind, dan mag je me er wel mee helpen", stelde de zichtbaar vermoeide geleerde voor. "Er is een hele stapel en als we allemaal wat doen, dan is het minder vervelend".
De plaatjes waren nog nat van de chemicalien, maar Lisabeth begon ze stuk voor stuk met de aanwijsstift af te tasten totdat het instrument een tevreden tikje maakte, waarna ze aan de volgende begon. Toen zij een hele stapel had gedaan, vond zij dat de beurt aan Anne-Christine was gekomen, die er met haar gedachten niet helmaal bij scheen te zijn. Meer dan eens bleef het tikgeluidje van het rekenapparaat achterwege en kon ze weer helemaal opnieuw beginnen.
Toch ging het sneller dan verwacht en nadat de laatste afbeelding was ingevoerd, kon Gosseling het rekenapparaat in beweging zetten. Hij plaatste zijn opnameapparaat er met de lens tegenaan en de meisjes hoorden hoe er met de regelmaat van de klok een nieuw plaatje klaar was.
"Weer een stapje verder in de toekomst!" zei een tevreden Govert Gosseling toen hij weer een glasplaatje hoorde vallen.

Die avond zou de eerste voorstelling worden gehouden.
"Het verleden kennen we nu wel!" zei Gosseling. "Ik voer alleen de nieuwe plaatjes in".
Het vertrek was volkomen verduisterd, maar toen hij zijn toestel aanzette, leek het wel daglicht en ze bevonden zich in de kamer zoals ze er die ochtend hadden gezeten. Ze zagen Lisabeth en Anne achter de rekenmachine en daarna hoe Gosseling zijn projector er tegenaan plaatste. Daarna werd het donker.
"Ik heb het Kristal toen in mijn broekzak gestopt!" moest Gosseling bekennen.
"Erg interessant is het daar niet!" vonden Lisabeth en Anne, totdat ze ineens een levensgroot wiel zagen dat hun wel leek te verpletteren. Daarna was het over en gleed het laatste plaatje uit de projector.
"Dat laatste beeld was minder geslaagd!" schrok Lisabeth. "Wat stelde dat in hemelsnaam voor?"
"Ik weet het niet!" zei Gosseling geschrokken. "Misschien dat er toch nog iets niet in orde is, maar verder gaat het goed, hè? We konden precies zien wat er vandaag verder gebeurd is".
"Het was toch handiger geweest als je dat stukje Kristal niet bij je gestoken had", vond Lisabeth. "Nu is de toekomst wel erg donker gebleven".
"We proberen het morgen nog eens", zei Gosseling.

Anne wilde het allemaal niet een tweede keer meemaken. Zij bleef in de tuin lezen in haar 'Keten van Bergkristallen'. Ze vond de voorspelde komst van Mary O'Lein belangrijker dan de toekomst van een stukje van de Moskovische kroonluchter.
"Wat kwam eruit?" wilde ze die avond nog wel weten.
"Oh, niets bijzonders", vond Lisabeth.
"Ja maar wat dan?" was Anne toch wel benieuwd.
"Gewoon weer zo'n beetje hetzelfde", zei Lisabeth vaag, waarmee Anne het maar moest doen, want ook Gosseling weigerde om er iets concreters aan toe te voegen.
"Jullie voeren meteen wat in je schild als ik even weg ben!" zei Anne boos. "Ik ga morgen meteen naar huis, want ik vertrouw er allemaal niets van".
"Dat is jammer", vond Gosseling, "want ik doe echt wel mijn best om het jullie naar de zin te maken".
Anne-Christine deed er het zwijgen toe en stond op om Lisabeth en de geleerde verder alleen te laten.
De volgende morgen was Anne druk bezig haar koffertje in te pakken en Lisabeth zag aan haar gezicht dat er nog steeds onweer op komst was.
"Trek het je niet aan!" zei Lisabeth, "Gosseling is echt wel te vertrouwen".
"Wat weet jij daar van?" vroeg Anne, terwijl ze haar nachtpon opvouwde. "Ken jij hem dan beter dan ik?"
"Nee", moest Lisabeth bekennen, "maar hij is heus wel aardig en hij bedoelt het goed. Hij kon gewoon niets zeggen omdat ik heb dat heb gevraagd. Het ligt allemaal aan mij en niet aan hem, weet je".

Enigszins schuldbewust nam Gosseling even later afscheid van Anne-Christine en Lisabeth.
"Dat het nu zo moest eindigen!" zei hij terwijl hij het deurtje van de postkoets opende en de meisjes naar binnen hielp.
"Het komt wel weer goed", dacht Lisabeth.
"Ik hoop het maar", zei Gosseling en hij haalde een zakdoek te voorschijn om hier en daar een traantje uit zijn ooghoeken weg te vegen. De postkoets zette zich in beweging en maakte hierbij een door merg en been gaand knersend geluid dat de twee meisjes rechtop deed zitten.
"De kroonluchter!" riep Gosseling verschrikt. Hij holde achter de postkoets aan en zag kans om deze nog even bij te houden.
"Hij reed over het Kristal! Het is met mijn zakdoek meegekomen!" riep hij hijgend tegen Lisabeth die haar hoofd naar buiten stak.
"We sturen je wel een nieuw stukje!" riep Lisabeth terug, maar ze wist dat dat niet het belangrijkste voor hem zou zijn. Gosseling stopte toen hij ervan verzekerd was dat ze hem gehoord hadden. Lisabeth zag hem nog in diep gepeins opgaan voordat de koets een zijstraat in reed.
"Hij staat nu na te denken over zijn voorspellende krachten", wist ze heel zeker toen ze zich weer in de koets terugtrok.

"Het klopt dus", zei Anne. "Dat verpletterende wiel was geen fantasie. Gosseling kan zulke dingen dus berekenen!"
"Of hij heeft het met opzet eronder gegooid", dacht Lisabeth, "om het uit te laten komen".
"Ik weet het niet", zei Anne. "Hij is niet dom. Het is ook allemaal veel te echt. Zoiets verzin je niet zo snel en ik begin me nu eens te meer af te vragen wat jullie die tweede keer gezien hebben".

"Dat kan ik je nog niet zeggen", zei Lisabeth, "eerst moet ik daar zelf over nagedacht hebben. Wat ik gezien heb heeft ook iets met mij te maken en ik moet kiezen tussen jou en mij en dat valt me niet mee".
"Je weet het wel interessant te houden", zei Anne-Christine bits.
"Voor mij is het ook niet gemakkelijk, Anne. Ik heb iets gezien dat ik ook liever niet had gezien. In ieder geval wilde ik je vragen om je Servies nooit mee naar mijn Kristallen Kasteel te nemen, want dat betekent het einde voor zover ik kan nagaan".

"Je hebt dus het einde van het Servies gezien", vermoedde Anne-Christine.
"Ik weet het niet, Anne!", schreeuwde Lisabeth het uit. "Het is maar wat er waar is. Ik heb de hele nacht liggen denken of ik je het zou vertellen. Eigenlijk had ik al besloten om dat te doen. Ik dacht namelijk dat zijn proeven zoals gewoonlijk weer eens mislukt waren, maar nu die koets over dat stukje Kristal reed weet ik het weer niet. Laat me toch even alleen met mijn gedachten!"
"Goed, goed", bond Anne in, die niet gewend was aan zulke uitbarstingen van Lisabeth.

"Niet zo somber", zei Lisabeth die avond toen ze haar tekenkoker leegschudde om haar tekeningen nog eens uitvoerig te bekijken. "Ik laat gewoon een mooi Kristallen Kasteel voor ons bouwen en dan gaan we naar de Zwarte Zee, waar je heerlijk kunt zwemmen. Vind je dat leuk?"
Het vooruitzicht scheen Anne maar matig te kunnen boeien, in beslag genomen door haar gedachten als ze was.
"Ik ben bang, Lisabeth", zei Anne-Christine tenslotte. "Ik dacht dat ik het Servies netjes had weggemaakt, zoals mij was voorspeld, maar het is er nog en ik voel nu dat het einde van het Servies ook mijn einde zal zijn".
"Dan moeten we er goed voor zorgen", vond Lisabeth. "We kunnen er een speciaal mandje voor maken waarin het niet kan breken en waarin je het altijd met je mee kunt nemen", stelde ze voor.
"Ja, dat is een idee", zuchtte Anne-Christine en de rest van de avond gebruikte ze om haar rieten reismandje met zacht fluweel te voeren waarin uitsparingen voor de diverse onderdelen van het Servies waren aangebracht.

"Ik kom een glas tekort!" zei Anne verschrikt toen haar werkje af was en ze haar mandje begon te pakken.
Anne-Chistine zag hoe Lisabeth onverwacht heftig op haar woorden reageerde. Eventjes moest Anne nadenken, maar al snel liep ze zonder verder iets te vragen naar het koffertje dat Lisabeth naar Gosseling had meegenomen en haalde het ontbrekende glas eruit.