Het Moskovisch Servies 2.1


Weezebeecke, 1 October 1856

Waarde Gosseling,

Na vijf jaren moet het me van het hart. Ik ben niet al te handig geweest. Weliswaar heb ik in mijn strijd met jou en Alex alles bereikt wat ik wilde hebben, maar daarmee heb ik mezelf veroordeeld tot het saaie bestaan van een kasteelvrouwe.
De twintigste van deze maand ben ik jarig en ik wilde die dag alleen met jou en Lisabeth vieren. We kunnen dan herinneringen ophalen.
Ik hoop op een spoedig antwoord.

Lieve groeten,

Anne-Christine van den Weezebeecke



Eykenduyn, 7 October 1856,

Lieve Anne,

Bedankt voor je uitnodiging. Ik maak er graag gebruik van en zal de 19e per koets arriveren. Ik heb veel te vertellen, want ik heb niet stilgezeten in de tussentijd.
Om al wat van de sluier op te lichten: ik ben op zoek naar de natuurwetten die ons de kleurige visioenen hebben gegeven.
Misschien kunnen we wat van de verloren betovering terug krijgen.
Het is me nog niet helemaal gelukt, maar ik zal jullie van mijn vorderingen op de hoogte stellen.

Tot heel spoedig,

Je Govert Gosseling.




Anne-Christine las de brief meer dan één keer door.
"Hij kan het ook niet laten", dacht ze bij zichzelf, "altijd weer op zoek". Ongelukkig was ze er niet mee. De afgelopen jaren waren voorbijgegleden zonder dat er erg veel vermeldenswaardigs was gebeurd en dit was haar gaan benauwen. Lisabeth maakte haar dagelijkse rijtoer en Ruyters onderhield zijn moestuintje en daarmee was al veel gezegd.

Toen Lisabeth die ochtend van haar tochtje te paard terugkwam, stak Anne-Christine haar meteen de brief toe.
"Hij kan komen", verklapte ze zichtbaar opgelucht.
"Mooi zo", vond Lisabeth, "dan gebeurt er tenminste weer eens iets".

Op de negentiende oktober hadden Anne-Christine en Lisabeth al een klein uurtje op de postkoets staan wachten, toen ze hem tenslotte in de verte zagen aankomen. Na een korte tijd begroette Anne haar gast met een kus op zijn wang en Lisabeth deed dit nog eens dunnetjes over.
"Welkom terug in Weezebeecke", zeiden ze.
"Het is goed om hier weer te zijn", zei Govert Gosseling terwijl hij tevreden om zich heen keek. De beide meisjes gaven hem een arm zo liepen ze de laan op naar het Kasteel.
"Wat doe je nu precies?" vroeg Anne die haar ongeduld niet kon bedwingen.
"Dat zal ik vanavond uitgebreid vertellen", zei Gosseling. "Wees maar niet bang, want ik heb jullie nodig. Ik was daarom maar wat blij met je brief".

Die avond zaten ze rond de haard die door Lisabeth was aangestoken. Het vuur brandde niet hoog, maar toch voldoende om de ergste kou te verdrijven.
"Het gaat om de beelden, die in het Moskovisch Servies zitten, al wilden jullie me ooit anders doen geloven", begon Gosseling zijn lange verhaal. "Ze moeten er op de een of andere manier in zijn opgeslagen en ik heb zitten denken hoe dat kan. Ik ben er nog niet uit hoor, maar wel een eind op weg".
"Ik heb geen behoefte meer aan die beelden", zei Anne-Christine, "ik heb ze al te vaak gezien en ik ben er niet echt in geïnteresseerd."
"Wat wil je dan zien?" vroeg de geleerde.
"Ik weet het niet", zei de kasteelvrouwe, "ik weet het eigenlijk helemaal niet meer zo goed".
"Dat is niet voor het eerst", lachte Govert, "en dat zal veranderen als je mij en jezelf helpt. Herinner je je nog de avond, op de dag af vijf jaren geleden?" vroeg hij.
"Maar al te goed", zeiden zowel Lisabeth als Anne.
"Wel, ik ben toen naar huis gereden omdat ik zag dat het ragfijne spel uit mijn handen was gevallen toen Anne dat geweer op me gericht hield. Je hebt het inmiddels wel door, hè Anne? Je totale overwinning was niet zo handig. Je hebt het knap gedaan hoor, maar je moet altijd wat achter de hand hebben want het streven is nu eenmaal leuker dan het resultaat zelf".
"Daar ben ik inmiddels ook achter", zei Anne, "maar je kunt toch niet zomaar iets gaan verzinnen om jezelf bezig te houden?"
"Jij misschien niet", zei Govert. "Jij lost liever een probleem op dat er al ligt of waarvan je op zijn minst vermoedt dat het er ligt. Jij wilt overwinnen, maar ik doe het anders. Ik wil de zaken juist op z'n kop zetten en heb weinig geduld om mijn ideeen uit te werken of af te maken".
"En daarvoor heb je ons nodig", vulde Lisabeth hem aan.
"Helemaal goed", zei Govert en hij legde zijn hand goedkeurend op die van Lisabeth.

"Zoals ik al heb geschreven, ben ik op zoek naar de natuurkundige principes waarmee je beelden kunt vastleggen", zei Gosseling. "En misschien dat we daarmee nog eens door de tijd kunnen reizen", voegde hij er aan toe. "Ik zal je zeggen wat ik tot nu toe gevonden heb. Ga er maar goed voor zitten want het wordt een lang verhaal en ik hoop dat jullie er niet bij in slaap zullen vallen".

"Ik zal beginnen te vertellen wat een 'verandering' eigenlijk is. Bijna iedereen denkt dat een verandering kan bestaan. Nou, dat kan ook wel, maar er zit meer achter. Veranderingen bestaan nooit op zich zelf. Ze treden altijd gecombineerd op en dat is de richting waarin we zullen gaan reizen", zei Gosseling.
"Voorlopig snap ik er nog niet veel van", zei Lisabeth.
"Even wachten, zo dadelijk wordt het wel duidelijker", verzekerde de geleerde haar en hij keek naar Anne-Christine die haar gedachten voor zich hield, zoals hij van haar gewend was. Hij zocht naar een voorbeeld:
"Als jij een nieuwe japon aantrekt, dan is dat een verandering. Maar niet alleen die japon is dan anders, je verandert ook jezelf ermee, want in andere kleren voel je je prettiger of juist minder prettig. Ook mensen om je heen zullen je op een andere manier bekijken. Je kunt je uiterlijk dus niet veranderen zonder je innerlijk en zonder je omgeving te beïnvloeden. Ik spreek daarom liever niet over een verandering, maar over een transformatie. Daarmee laat ik weten dat er meer aan de hand is.
Er is een spreekwoord dat zegt dat kleine oorzaken grote gevolgen kunnen hebben en dat is een waarheid als een koe. Kleine veranderingen kunnen onverwacht grote invloeden hebben. Soms wordt een oorlog begonnen door een kleine vergissing en soms ook kunnen we door een achteloos weggeworpen scherf heel veel te weten komen".
"Dat weet ik intussen", moest Anne bekennen.
"Goed", ging Govert verder toen hij wist dat Anne zijn hint had aangevoeld. "Ik zal wat meer vertellen over transformaties. Eigenlijk kun je wel zeggen dat elke verandering het heelal op zijn kop zet. Dat klinkt misschien wat overdreven, maar in zekere zin is het zo. Als Anne als kasteelvrouwe gekleed gaat, dan bevinden wij ons in een andere wereld dan met haar als dienstmeisje vermomd. Nu is dat niet overal merkbaar. Een Indiaan in Amerika zal er niet veel van merken dat jullie iets anders aantrekken en hij denkt dat de wereld niet is veranderd. Er zijn dus dingen die gemakkelijk meetransformeren en er zijn andere dingen dat nauwelijks doen. Kennis daarover is heel belangrijk. Hoe hangt alles met elkaar samen? Dat is de vraag.
Maar eerst is er nog iets anders en dat is de tijd. De tijd speelt een grote rol omdat die bij elke transformatie van belang is. De tijd verandert voortdurend en dat maakt dat de wereld zich alsmaar wijzigt".
"Is dat niet andersom?" vroeg Anne-Christine. "Is het niet zo dat we merken dat de tijd verstrijkt doordat er dingen veranderen? Als er niets zou veranderen zou het begrip tijd geen waarde hebben!"
"Elke redenering is omkeerbaar, maar ik geef er even de voorkeur aan om het op mijn manier te bekijken. Daarin is het namelijk zo, dat de tijd alleen al voor nieuwe werelden zorgt, zonder dat wij er iets voor hoeven te doen. Nu is Anne 25 jaar, maar over een paar uur wordt ze vanzelf 26 en dan leven we in een wereld met een 26-jarige kasteelvrouwe van den Weezebeecke in plaats van een 25-jarige".
De twee meisjes moesten glimlachen bij de woorden van hun gast, die het zelf ook allemaal wel een beetje vreemd leek te vinden, terwijl hij met zijn verhaal verder ging.
"We kunnen ons leven dus voorstellen als een keten van transformaties, die we gedeeltelijk zelf kunnen opwekken en die gedeeltelijk over ons komen. Al deze transformaties maken dat we elke tel een kompleet nieuwe wereld binnentreden, een nieuw domein dat bepaalde zaken gemeen heeft met het vorige, maar dat zich daarvan ook onderscheidt".
Hierop pauseerde de geleerde eventjes.

"Welnu", ging hij daarna verder, "als we zelf iets willen, dan kunnen we het niet alleen hebben van de transformaties die we niet in de hand hebben. Als ik beelden uit het verleden wil zien, dan moet ik hiervoor iets doen. Ik zou op zoek kunnen gaan naar voorwerpen die in een bepaalde tijd onderhevig waren aan een transformatie, maar kort daarna overgingen in een situatie die we als transformatie-ongevoelig zouden kunnen betitelen. Een toevallige stap van een wild dier in opdrogende modder bijvoorbeeld. Zo iets kan eeuwen bewaard blijven. Maar we kunnen ook opzettelijk een gebeurtenis opschrijven met natte inkt. Als deze droog is, dan hebben we iets dat redelijk tijdsongevoelig is. Voor temperatuurwisselingen is het papier niet ongevoelig dus daarvoor moeten we de hulp van een andere transformatie inroepen, zoals een ruimtetransformatie naar een brandkoffer, waarin een constante temperatuur heerst".
De geleerde moest om zijn eigen woorden lachen.
"Nu is opschrijven geen handige transformatie om door de tijd te reizen", vervolgde hij zijn betoog, "er moeten er betere zijn. Ten eerste hebben we geen direkte afbeelding als iemand iets opschrijft of tekent. De werkelijkheid heeft al heel wat transformaties doorgemaakt voordat de hand de pen in beweging zet en eerlijk gezegd zijn niet al die transformaties even waarheidsgetrouw. Beter is het om het licht zelf vast te leggen in plaats van onze interpretatie ervan.
Glas moet hiervoor een uitstekend hulpmiddel zijn. Afhankelijk van de temperatuur is het hard als staal of vloeibaar als inkt. Het moet volgens mij mogelijk zijn om lichtbeelden in glas te vangen door het glas aan verschillende temperaturen bloot te stellen".
Na deze woorden zweeg hij weer en hij keek naar Anne-Christine. Ze zei niets, maar hij zag dat ze ten volle begreep waar hij heen wilde.


"Heb je al wat resultaten te melden?" wilde Lisabeth weten.
"Jazeker", zei de geleerde en hij haalde uit zijn binnenzak een etui te voorschijn. Hierin lag een glazen plaatje, dat Gosseling voorzichtig optilde en tegen het licht van het haardvuur hield.
"Dit is een stukje glas dat ik gevoelig heb gemaakt voor de invloeden van temperatuur en licht. Op deze plaat heb ik het uitzicht van mijn raam vastgelegd", zei hij niet zonder trots.
Hij gaf het breekbare voorwerp aan Lisabeth die een kreet van bewondering niet kon onderdrukken toen ze het bekeek.
"Het lijkt wel een schilderij!" riep ze uit, "maar dan alleen maar met zwart geschilderd".
"Laat mij ook eens zien!" zei Anne-Christine die het nu ook van dichtbij wilde bekijken.
"Wat knap van je! Dat je dat kan!" was haar eerste reactie.
Govert was tevreden met zijn succes.
"Dat is nog lang niet alles", zei hij. "Ik wil het eerst nog in kleur krijgen en dan moet het nog bewegend worden, het liefst met geluid erbij!" verklaarde hij.
"Kan dat dan?" vroeg Lisabeth.
"Ik heb goede hoop", antwoordde de geleerde die zijn verhaal graag kwijt wilde. "Het oog werkt namelijk nogal traag en als ik een heleboel plaatjes snel na elkaar laat zien dan zal het lijken alsof de beelden vloeiend bewegen. Maar zover ben ik nog niet. Ik heb nu bewezen dat je met behulp van geschikte transformaties beelden kunt vastleggen en weer kunt oproepen".

Anne-Christine had toch haar twijfels.
"Op deze manier kan je alleen maar terug in de tijd. Je kunt niet vandaag het uitzicht van volgende week vastleggen", merkte ze op.
"Nee, daarvoor is deze transformatie niet zonder meer geschikt", gaf Gosseling eerlijk toe. "Hierover heb ik ook nagedacht en ik weet misschien wel een oplossing. De toekomst is een voortzetting van het verleden en om de toekomst te kunnen voorspellen heb je een reeks gegevens van het verleden nodig, waaruit je de loop van de transformaties kunt afleiden. Het liefst had ik een reeks glasplaten met afbeeldingen, dan zou ik die kunnen voortzetten en daarmee in de toekomst reizen. Maar dat kan niet want daarover beschik ik nog niet. Zo kom ik stilaan wel op het punt waar ik jullie hulp nodig heb, speciaal die van Anne-Christine.
Maar voordat ik zal zeggen wat ik nodig heb, zal ik eerst nog een laatste eigenschap van de transformaties vertellen. Weten jullie wat 'oneindig' is?" vroeg hij.
Lisabeth haalde haar schouders op.
"Iets wat niet bestaat", zei ze.
"Niet helemaal", antwoordde Gosseling. "Ik noem iets oneindig als het alles omvattend is, de uiterste grens van iets. Dit zijn altijd gevaarlijke zaken, want in het oneindige overheerst één eigenschap en verdwijnen de andere eigenschappen naar de achtergrond. Het oneindige is de enige plaats waar je alles tegelijk kunt transformeren. Alles wat er niet oneindig is, wordt namelijk nul en kan iedere waarde krijgen bij terugkeer uit dit oneindige. Zo kan je je wereld in één klap drastisch veranderen. Je moet natuurlijk wel risico's durven nemen en tegen de krachten van het oneindige bestand zijn", voegde hij eraan toe.

Hierna richtte hij het woord alleen nog tot Anne-Christine.
"Als je wat wilt, dan zal je wat moeten doen, Anne. Ik kan je toekomst zichtbaar maken als ik beschik over een lange reeks historische gegevens".
Na deze woorden stond hij onverwacht snel op en zei:
"Ik ga naar bed, ik ben moe".
"Nu al?" vroeg Lisabeth.
"Ja", zei Anne-Christine, "dat is het beste", waarop ook zij opstond en in gedachten verzonken wegliep.

"Het is een vreemd verjaardagskado om je grootste geheimen zomaar weg te geven", zei Anne-Christine in zichzelf, "en ik krijg er alleen maar een levensgroot risico voor terug. Als het nu maar goed is wat ik doe en dat de toekomst me mag vergeven als het niet goed is".
Ze legde de brieven van haar overgrootmoeder Anne-Lise die nacht voorzichtig in de hoge hoed van Gosseling. Haar verjaardag zou ze alleen met Lisabeth vieren, want Govert Gosseling zou over een paar uur zonder iets te zeggen vertrekken, voorspelde ze.