The Pieter van der Pols Papers
Pagina 9
klik om het afschrift te zien
een geselroede genoemd worden, die de Vader van
hemel en aarde Zijn kinderen laat zien en zegt
"Zo gij Ulieden niet bekeert, zo zal ik Ulieden slaan"
gelijk Hij ook heeft gedaan. Nog in datzelfde jaar
kwam de Heer uit ons tijdelijk bestaan ons rundervee
wegnemen. Wij hebben in vorige jaren ook
verscheidene plagen en slagen gehad die me
nog heugen en die ik nog voel. De muizen
die het gras en het koren opaten, rupsen die de bonen
en het vlas opaten, wormen die de vastigheid van
ons land dreigden weg te nemen, een soort van
onbekende zeewormen die alle palen door-
boorden. Van buiten waren ze glad en gaaf en van
binnen als bijenraten. En dat (alles gebeurde) zo subiet. Hoe dik
ze ook waren, ze konden geen half jaar staan
of ze vielen vanzelf om en dat grasseerde (germanisme, grassieren = woeden, veelvuldig voorkomen)
(het) meest omtrent Katwijk aan de kant waar de
Noordzee op staat te branden. Dat moet met
het paalwerk (tegen)gehouden worden of (anders) is heel Holland
weg en ook Zeeland. Het paalwerk aan de
hoofden en dammen te Amsterdam (en ook) de schepen
werden doorboord, (zo)dat ze zonken. Het was me
een grote plaag. Het is van de Heere geschied. Het is een
wonder in onze ogen want het er is nooit van gehoord
of door mensen gezien. In 1729 heb ik het ook aanschouwd.
Zwager Blom (= Hendrik Blommert) was in Zeeland geweest en bracht
een eind van een paal mee, ongeveer zo dik
als een berg roeden. Van buiten (was het) gaaf en van binnen
net als een honingraat. Dat heeft wel 25 jaar
geduurd en of het nu wel is opgehouden
weet ik niet. Ook heugt mij van de tijd in het
jaar 1709, toen al het koren was doodgevroren,
(dat) een zak tarwe f 15 (kostte). Rogge en gerst navenant
De meeste mensen aten gerstebrood en koeken
Er werd in die tijd veel honger geleden en
(dat) duurde omtrent een jaar. Maar al dit boven
genoemde kan niet overtreffen de sterfte onder
de beesten (die) in 1744 begon. Dat (was) (een) zo hevig
brandoffer dat niemendal zou overblijven. Ik ben
driemaal uitgestorven. Mijn broeder Huig is een keer
helemaal uitgestorven, 27 stuks. Pieter Blijdorp
mede 27 stuks. Dat zijn de twee grootsten in Charlois
vorige pagina
volgende pagina
startpagina